Situatie:

Een landelijke bescheiden woning met tal van aanbouwtjes heeft zich, leunend tegen zijn buur, genesteld in de hoek van het terrein temidden van het landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Twee bomen animeren het perceel. Bij nader onderzoek bleek de woning sterk doordrongen van grondvocht. Ook de bezonning bleek geen meevaller. Een beperkt budget voor handen...

Uitwendig:

Al vlug kwam het concept van de "noodwoning" op de proppen. Een volume dat als een casco voorziet in de primaire behoeften van de bewoners, met maximale vrijheid qua invulling. Achteraf gezien het domino-principe in een hedendaags kleedje. Vanuit het budget werd een maximaal volume ingeschoven in de kopse gevel van de woning die op zijn beurt opengewerkt en gezuiverd werd van inwendige koterijen. Het was een zoektocht naar inplanting: oriëntatie en zichten. Door het verlengen van de straatgevel werd niet alleen geprofiteerd van de zichten naar de omliggende velden en akkers, maar ook van het zonlicht en de lommer van de twee bomen. De "landschappelijk loft" schuilt gedeeltelijk onder het dak van de bestaande woning, dat naargelang de tijd en het budget van de eigenaars kan gerenoveerd worden. Bij voltooiing kunnen de functies herschikt worden, zodat de "noodwoning" een aangename leefruimte wordt.